wegervaring
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wegervaring (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weg·er·va·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegervaring | wegervaringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wegervaring v
- (verkeer) het hebben van ervaring in het berijden van wegen
- Hij heeft dertig jaar wegervaring.
- (verkeer) de wijze waarop een weg ervaren wordt
- Mijn wegervaring in de Alpen? Soms sla ik doodsangsten uit.