weerszijde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weerszijde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weers·zij·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerszijde | weerszijden |
verkleinwoord | weerszijdetje | weerszijdetjes |
Zelfstandig naamwoord
- zowel de ene als de andere zijde
- ▸ We volgden een kleine rivier met hoge bomen aan weerszijden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'weerszijde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers