weekkaart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- week·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van week en kaart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weekkaart | weekkaarten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- kaart die een week geldig is
Gangbaarheid
- Het woord weekkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weekkaart" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be