watersporten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: watersporten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwatərˌspɔrtə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- wa·ter·spor·ten
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van watersport met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
watersporten |
watersportte |
gewatersport |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
watersporten
- (sport) lichamelijke bezigheid op of in water met spel- of wedstrijdelement
- Dat u in Oud-Loosdrecht met de kinderen kunt watersporten, is bekend, maar laat oudere kinderen ook de Vechtstreek zien waarvan ze op school hebben geleerd (…) [2]
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de watersporten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord watersport
Gangbaarheid
- Het woord watersporten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal