waterplant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waterplant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wa·ter·plant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en plant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterplant | waterplanten |
verkleinwoord | waterplantje | waterplantjes |
Zelfstandig naamwoord
- geheel of ten dele in het water groeiende plant.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord waterplant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waterplant" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be