wars
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wars
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | wars |
verbogen | (alleen predicaat) |
Bijvoeglijk naamwoord
wars
- ~ van: afkerig
- Hij is wars van opsmuk.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wars" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "wars" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wars op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Zelfstandig naamwoord
wars mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord war
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Predicaatswoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 81 %
- Prevalentie Vlaanderen 58 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Engels