wakende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ken·de
Werkwoord
vervoeging van: | waken |
wakende
- verbogen vorm van wakend, het onvoltooid deelwoord van waken
Bijvoeglijk naamwoord
wakende
- verbogen vorm van de stellende trap van wakend
vervoeging van: | waken |
verbogen vorm: | wakendee |
wakende
wakende