waarborging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waarborging (hulp, bestand)
Woordafbreking
- waar·bor·ging
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling van waarborgen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waarborging | waarborgingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- garantie, verzekering
- ▸ Zij moesten voldoen aan de gemeentelijke reglementen ter waarborging van herkomst en kwaliteit van het water, maar ook van de hygiëne op de waterschuiten.[2]
- bescherming
- ▸ Men vond dat de Republiek, volgens een oud verdrag ter waarborging van de protestantse successie in Engeland, zich verplicht had zesduizend manschappen naar Albion te sturen wanneer die bondgenoot daar, in het geval van een invasie of de dreiging daarvan, het verzoek toe deed; die steun zou thans beslist uit de Barrière moeten komen omdat de Republiek daarbuiten nauwelijks troepen hield: — wat kwam nu meer te pas, wat kon onder de gegeven toeleg eleganter zijn dan de Republiek eenvoudig op dat verdrag te doen aanspreken? De Franse vloot werd voor een schijnaanval naar de Britse kust gezonden, men verklaarde Engeland de oorlog en zich vermeiend al in de eigen esprit wachtte men af welke de gevolgen van deze vermetele demarche zouden zijn.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord waarborging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen“Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
- ↑ “Gewassen vlees” (1994), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9021479737