waaiboom

Nederlands

[2] waaiboom

Uitspraak

• Geluid:  waaiboom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• waai·boom

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  waai ww  en  boom zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	waaiboom	waaibomen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de waaiboom m

1. populier
2. Caesalpinia coriaria  Caraïbische boom die meebuigt met de wind

Synoniemen

• [2] watapana, dividivi, dividiviboom

Afgeleide begrippen

• [1] waaibomenhout

Gangbaarheid

• Het woord waaiboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waaiboom" herkend door:

66 %	van de Nederlanders;
55 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.