vulgair

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vulgair    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vul·gair

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘laag bij de grond’ voor het eerst aangetroffen in 1836
• afgeleid van het Franse vulgaire met het achtervoegsel -air

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	vulgair	vulgairder	vulgairst
verbogen	vulgaire	vulgairdere	vulgairste
partitief	vulgairs	vulgairders	-

Bijvoeglijk naamwoord

vulgair

1. ordinair en plat.

   • De jongen zei een vulgair woord. 

Hyperoniemen

• taalgebruik

Vertalingen

    1.   

Deens: vulgær (da) Duits: vulgär (de) Engels: vulgar (en) Frans: vulgaire (fr) Italiaans: volgare (it) Noors: vulgær (no)

Pools: wulgarny (pl) Portugees: vulgar (pt) Spaans: vulgar (es) Tsjechisch: vulgární (cs) Zweeds: vulgär (sv)

Gangbaarheid

• Het woord vulgair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vulgair" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.