vliegtuigraam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlieg·tuig·raam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vliegtuig en raam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegtuigraam | vliegtuigramen |
verkleinwoord | vliegtuigraampje | vliegtuigraampjes |
Zelfstandig naamwoord
het vliegtuigraam o
- het raam van een vliegtuig.
Gangbaarheid
- Het woord 'vliegtuigraam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.