viezigheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  viezigheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vie·zig·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van viezig met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	viezigheid	viezigheden
verkleinwoord	viezigheidje	viezigheidjes

Zelfstandig naamwoord

de viezigheid v

1. Iets wat vies is, ongerechtigheid, smerigheid, vuil.

Vertalingen

    1.   

Spaans: suciedad (es) v

Gangbaarheid

• Het woord viezigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "viezigheid" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.