vierjaarlijks
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vierjaarlijks (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirjarləks / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- vier·jaar·lijks
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vier ht en jaarlijks bn
| stellend | |
|---|---|
| onverbogen | vierjaarlijks |
| verbogen | vierjaarlijkse |
Bijvoeglijk naamwoord
vierjaarlijks
- eens in de 4 jaar plaatsvindend
- De vierjaarlijkse evaluatie vindt aan het begin van het jaar plaats.
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
woorden met "jaarlijks"
- kwartjaarlijks
- halfjaarlijks
- jaarlijks
- tweejaarlijks
- driejaarlijks
- vierjaarlijks
- vijfjaarlijks
- zesjaarlijks
- zevenjaarlijks
- achtjaarlijks
- negenjaarlijks
- tienjaarlijks
- elfjaarlijks
- twaalfjaarlijks
- dertienjaarlijks
- veertienjaarlijks
- vijftienjaarlijks
- zestienjaarlijks
- zeventienjaarlijks
- achttienjaarlijks
- negentienjaarlijks
- twintigjaarlijks
- dertigjaarlijks
Gangbaarheid
- Het woord vierjaarlijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.