vice-

Niet te verwarren met: vice

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vice-    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈvi.sə/

Woordafbreking

• vi·ce-

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan middeleeuws Latijn en Frans vice- ‘adjunct-, onder-’.

Voorvoegsel

vice-

1. ter aanduiding van een persoon die de door het tweede lid genoemde functionaris bij diens afwezigheid vervangt (het Latijnse woord vice betekent: 'in plaats van').
2. de eerste plaatsvervanger

Hyponiemen

   

vice-eerste viceaanvoerder viceburgemeester vicecommandant viceconsul vicedirecteur vicefractieleider vicefractievoorzitter vicegouverneur vicekampioen vicekoning viceminister vicepartijvoorzitter viceprefect vicepreses vicepresidente vicepresidentieel vicerector vicesecretaris vicesecretaris-generaal vicevoorzitster vicewereld vicewereldkampioen

Gangbaarheid

• Het woord 'vice-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.