veteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ve·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
veteren |
veteerden
- meervoud verleden tijd van veteren
- Wij veteerden.
- Jullie veteerden.
- Zij veteerden.
- Wij veteerden.
Gangbaarheid
- Het woord 'veteerden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.