verwachtingsvol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wach·tings·vol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van verwachting en vol met het invoegsel -s-
Bijvoeglijk naamwoord
verwachtingsvol
- met veel verwachtingen
- De verwachtingsvolle kinderen zagen uit naar de komst van Sinterklaas en zijn Pieterbaas. Ze hoopten ook dit jaar weer veel snoep te krijgen.
Gangbaarheid
- Het woord verwachtingsvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.