vertoning

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vertoning    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·to·ning

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van vertonen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vertoning	vertoningen
verkleinwoord	vertoninkje	vertoninkjes

Zelfstandig naamwoord

de vertoning v

1. dat wat vertoond, voorgesteld wordt

Hyponiemen

• schijnvertoning, wanvertoning

Afgeleide begrippen

• circusvertoning

Verwante begrippen

• betoog, kijkspel, schouwspel

Vertalingen

    1.   

Duits: Vorstellung (de) v Engels: demonstration (en), show (en), spectacle (en) Frans: spectacle (fr) m

Spaans: espectáculo (es) m Zweeds: spektakel (sv)

Gangbaarheid

• Het woord vertoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vertoning" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.