verschoot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·schoot
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verschieten |
verschoot
- enkelvoud verleden tijd van verschieten
- Ik verschoot.
- Jij verschoot.
- Hij, zij, het verschoot.
- Ik verschoot.
vervoeging van |
---|
verschieten |
verschoot