vermindering

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vermindering    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·min·de·ring

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van verminderen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vermindering	verminderingen
verkleinwoord	verminderinkje	verminderinkjes

Zelfstandig naamwoord

de vermindering v

1. verkleining

   • Voorbeeldzin met het vermindering erin. 

Synoniemen

• afneming, afzwakking, daling, inkrimping, mindering, reductie, verkorting, verlaging, versmalling, matiging, verzwakking

Antoniemen

• vermeerdering

Afgeleide begrippen

• strafvermindering

Vertalingen

    1. verkleining   

Duits: Verminderung (de) v

Spaans: disminución (es) v Zweeds: minskning (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord vermindering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermindering" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.