verbruiker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verbruiker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·brui·ker

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van verbruiken met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verbruiker	verbruikers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de verbruiker m

1. iemand die iets verbruikt, een consument

Verwante begrippen

• gebruiker

Hyponiemen

• gasverbruiker, grootverbruiker

Afgeleide begrippen

• verbruikersmarkt, verbruikersunie

Vertalingen

    1.   

Engels: consumer (en)

Spaans: consumidor (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord verbruiker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.