vechtend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vech·tend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vechtend | ||
verbogen | vechtende |
Bijvoeglijk naamwoord
vechtend
- aan het strijden zijnde
Werkwoord
vervoeging van: | vechten |
verbogen vorm: | vechtende |
vechtend