vasculair

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vasculair    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vas·cu·lair

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘m.b.t. de vaten’ voor het eerst aangetroffen in 1949
• afgeleid van het Franse vasculaire (met het achtervoegsel -air)

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	vasculair	vasculairder	vasculairst
verbogen	vasculaire	vasculairdere	vasculairste
partitief	vasculairs	vasculairders	-

Bijvoeglijk naamwoord

vasculair

1. (medisch) met betrekking tot de bloedvaten

Verwante begrippen

• avasculair

Vertalingen

    1. met betrekking tot de bloedvaten   

Engels: vascular (en) Frans: vasculaire (fr) v

Spaans: vascular (es) Tsjechisch: cévní (cs)

Gangbaarheid

• Het woord vasculair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vasculair" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.