uurtje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uurtje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uur·tje

Zelfstandig naamwoord

het uurtje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uur

Hyponiemen

• elfuurtje, herdersuurtje, twaalfuurtje, vieruurtje, vijfuurtje, vragenuurtje

Afgeleide begrippen

• uurtje-factuurtje

Gangbaarheid

• Het woord uurtje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uurtje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.