uitschulpen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitschulpen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·schul·pen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uit  en  schulpen 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
uitschulpen	schulpte uit	uitgeschulpt
zwak -t	volledig

Werkwoord

uitschulpen

1. schulpvormig uitscheppen

Afgeleide begrippen

• uitschulping

Gangbaarheid

• Het woord 'uitschulpen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.