uitschakelaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitschakelaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·scha·ke·laar

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uit  en  schakelaar zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	uitschakelaar	uitschakelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uitschakelaar m

1. (elektrotechniek) toestel waarmee men een elektrische stroom kan laten stromen zodat een apparaat gaat werken

Antoniemen

• aanschakelaar

Verwante begrippen

• aan-uitschakelaar

Gangbaarheid

• Het woord uitschakelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.