tuurlijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tuur·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van natuurlijk (met het achtervoegsel -lijk)
Tussenwerpsel
tuurlijk
- (informeel) verkorte vorm van natuurlijk; duidt een vanzelfsprekendheid aan
- Tuurlijk! Wat een vraag! Kom maar binnen, hoor!
- ▸ Terpstra cijferde zich in de finales van Dwars door Vlaanderen, E3 Harelbeke en Gent-Wevelgem weg in het belang van de ploeg. "Tuurlijk wil ik zelf presteren, maar het ploegbelang staat bij ons altijd voorop." Mede daardoor loopt hij ereplaatsen mis.[1]
Gangbaarheid
- Het woord tuurlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Terpstra mist Gold Race, voorjaar voorbij” (Dinsdag 12 april 2016, 13:58), NOS