Naar inhoud springen

tuurlijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuur·lijk
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

tuurlijk

  1. (informeel) verkorte vorm van natuurlijk; duidt een vanzelfsprekendheid aan
    • Tuurlijk! Wat een vraag! Kom maar binnen, hoor! 
     Terpstra cijferde zich in de finales van Dwars door Vlaanderen, E3 Harelbeke en Gent-Wevelgem weg in het belang van de ploeg. "Tuurlijk wil ik zelf presteren, maar het ploegbelang staat bij ons altijd voorop." Mede daardoor loopt hij ereplaatsen mis.[1]


Gangbaarheid

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 mei 2024 Weblink bron “Terpstra mist Gold Race, voorjaar voorbij” (Dinsdag 12 april 2016, 13:58), NOS