treiler

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  treiler    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• trei·ler

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	treiler	treilers
verkleinwoord	treilertje	treilertjes

Zelfstandig naamwoord

de treiler m

1. (scheepvaart) een krachtige vissersboot die met een trechtervormig net vist

Synoniemen

• trawler

Verwante begrippen

• motorboot, boorschip, bulkschip, containerschip, luchtkussenvaartuig, sleepboot, ijsbreker, tanker, woonschip, motorjacht, ferryboot, vleugelboot, cruiseschip

Vertalingen

    1. een krachtige vissersboot die met een trechtervormig net vist   

Duits: Trawler (de) m Engels: trawler (en) Frans: chalutier (fr) m

Italiaans: peschereccio (it) m Spaans: trainera (es) m

Gangbaarheid

• Het woord treiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "treiler" herkend door:

29 %	van de Nederlanders;
27 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.