transportvliegtuig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  transportvliegtuig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• trans·port·vlieg·tuig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  transport  en  vliegtuig 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	transportvliegtuig	transportvliegtuigen
verkleinwoord	transportvliegtuigje	transportvliegtuigjes

Zelfstandig naamwoord

het transportvliegtuig o

1. (transport) (luchtvaart) vliegtuig bestemd voor het transport

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord transportvliegtuig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.