tooien

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tooien    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tooi·en

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘versieren’ voor het eerst aangetroffen in 1530

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
tooien	tooide	getooid
zwak -d	volledig

Werkwoord

tooien

1. overgankelijk als decoratie dienen

   • Rode veren tooiden zijn hoofd. 

Hyponiemen

• optooien, voltooien

Afgeleide begrippen

• bruidstooi, haartooi, hoofdtooi, verentooi
• tooi, tooisel

Vertalingen

    1. iets versieren   

Duits: schmücken (de) Engels: decorate (en), adorn (en)

Frans: parer (fr) Spaans: adornar (es)

Zelfstandig naamwoord

de tooien mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tooi

Gangbaarheid

• Het woord tooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tooien" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.