tolerant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- to·le·rant
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tolerant | toleranter | tolerantst |
verbogen | tolerante | tolerantere | tolerantste |
partitief | tolerants | toleranters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tolerant [1]
- verdraagzaam
- Hoogleraar Gordijn: "We hebben in Nederland het idee dat we heel tolerant zijn. Zo zien mensen uit het buitenland ons ook. Totdat die hier komen wonen, en zich realiseren dat wij ook maar mensen zijn, met onze eigen vooroordelen."[2]
- de weerstand tegen het effect van een bepaalde stof
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tolerant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tolerant" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Trouw Naïm Derbali– 15:30, 31 maart 2018 'De Nederlandse directheid is soms kwetsend voor buitenlandse studenten'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be