toelaatbaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  toelaatbaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• toe·laat·baar

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van toelaten met het achtervoegsel -baar

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	toelaatbaar	toelaatbaarder	toelaatbaarst
verbogen	toelaatbare	toelaatbaardere	toelaatbaarste
partitief	toelaatbaars	toelaatbaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

toelaatbaar

1. dat iets niet verboden is

   • De politicus deed uitspraken die misschien wel juridisch toelaatbaar zijn, maar daarom nog niet waar. 

Synoniemen

• aanvaardbaar, geoorloofd, toegestaan

Gangbaarheid

• Het woord toelaatbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toelaatbaar" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.