tijding

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tijding    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tij·ding

Woordherkomst en -opbouw

• Van Middelnederlands tīdinghe. Verwant met Middelnederduits tīdinge / tidink, Middelhoogduits zītunge, Duits Zeitung, Angelsaksisch tīdung, Engels tidings, Oudfries tīdinge.
• Afgeleid van het werkwoord tijden met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tijding	tijdingen
verkleinwoord	tijdinkje	tijdinkjes

Zelfstandig naamwoord

de tijding v

1. bericht, bekendmaking, kennisgeving, mare, mededeling, verwittiging

Hyponiemen

• jobstijding, onheilstijding, zeetijding

Vertalingen

    1.   

Engels: account (en), advice (en), announcement (en), communication (en), message (en), notice (en), report (en)

Spaans: aviso (es) m, comunicación (es) v, noticia (es) v

Gangbaarheid

• Het woord tijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijding" herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.