thorax

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  thorax    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tho·rax

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘borstkas’ voor het eerst aangetroffen in 1832

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	thorax	thoraxen
verkleinwoord	thoraxje	thoraxjes

Zelfstandig naamwoord

de thorax m

1. (anatomie) borstkas, ribbenkast, borstholte

Hyponiemen

• hydrothorax

Afgeleide begrippen

• thoraxchirurgie, thoraxfoto

Gangbaarheid

• Het woord thorax staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "thorax" herkend door:

82 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.