tafeltennisser
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ta·fel·ten·nis·ser
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van tafeltennis met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tafeltennisser | tafeltennissers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tafeltennisser m
- (sport) sporter die tafeltennis speelt
- ▸ Meer dan twintig jaar speelde tafeltennisser Trinko Keen met hetzelfde batje, maar nu is hij 'm kwijt. Keen is een van de weinige Nederlandse prof-tafeltennissers. Met dit batje speelde hij meerdere keren op de Olympische Spelen.[1]
- ▸ Tafeltennissers Rajko Gommers en Kim Vermaas wonnen zaterdag de nationale titel in het gemengd dubbelspel en nu zijn ze in Zwolle allebei ook in het enkelspel Nederlands kampioen geworden.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tafeltennisser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Tafeltennisser Trinko Keen is zijn geliefde oude batje kwijt” (11-01-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Gommers en Vermaas zetten NK tafeltennis naar hun hand” (03-03-2019,), NOS