tabakspruim

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tabakspruim    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ta·baks·pruim

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tabak  en  pruim  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tabakspruim	tabakspruimen
verkleinwoord	tabakspruimpje	tabakspruimpjes

Zelfstandig naamwoord

de tabakspruim v / m

1. hoeveelheid tabak die in de mond genomen wordt om erop te kauwen

Verwante begrippen

• kees, sjiek

Gangbaarheid

• Het woord tabakspruim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.