taaladviseur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  taaladviseur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• taal·ad·vi·seur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  taal  en  adviseur 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	taaladviseur	taaladviseurs
verkleinwoord	taaladviseurtje	taaladviseurtjes

Zelfstandig naamwoord

de taaladviseur m

1. (beroep) iemand die toezicht houdt op het taalgebruik van medewerkers en adviseert bij taalproblemen

Verwante begrippen

• taaladviseuse

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord taaladviseur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.