struikelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: struikelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- strui·kel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
struikelen |
struikelden
- meervoud verleden tijd van struikelen
- Wij struikelden.
- Jullie struikelden.
- Zij struikelden.
- Wij struikelden.