steenboor

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  steenboor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• steen·boor

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  steen  en  boor 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	steenboor	steenboren
verkleinwoord	steenboortje	steenboortjes

Zelfstandig naamwoord

de steenboor v / m

1. (gereedschap) boor voorzien van zeer harde punt om gaten in steen te boren

Vertalingen

    1.   

Duits: Steinbohrer (de) m Engels: masonry drill (en) Frans: trépan (fr) m

Spaans: broca para piedra (es) v Zweeds: stenborr (sv)

Gangbaarheid

• Het woord steenboor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steenboor" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.