Naar inhoud springen

spreidt tentoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spreidt ten·toon
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tentoonspreiden

spreidt (…) tentoon

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden
    • Jij spreidt tentoon. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tentoonspreiden
    • Hij spreidt tentoon. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tentoonspreiden
    • Spreidt tentoon! 

Gangbaarheid