sportbroek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sportbroek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sport·broek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sport en broek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportbroek | sportbroeken |
verkleinwoord | sportbroekje | sportbroekjes |
Zelfstandig naamwoord
de sportbroek m
- (sport), (kleding) broek speciaal gemaakt voor sporters
- De verwarmde trainingsbroek of verwarmde sportbroek is gebruikt tijdens de Olympische Spelen 2014 in Sotsji.[1]
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord sportbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.