spoeling

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spoeling    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spoe·ling

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van spoelen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	spoeling	spoelingen
verkleinwoord	spoelinkje	spoelinkjes

Zelfstandig naamwoord

de spoeling v

1. het spoelen of het gespoeld worden
2. bepaald afvalproduct dat tot veevoeder dient
3. haarkleurmiddel.

Hyponiemen

• buikspoeling, dikspoeling, emulsiespoeling, hersenspoeling, mondspoeling, waterspoeling

Afgeleide begrippen

• spoelingsysteem

Gangbaarheid

• Het woord spoeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spoeling" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.