spinsel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spin·sel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van spinnen met het achtervoegsel -sel[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spinsel | spinsels |
verkleinwoord | spinseltje | spinseltjes |
Zelfstandig naamwoord
het spinsel o
- wat gesponnen wordt of is
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord spinsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spinsel" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be