speeddate
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- speed·date
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speed zn en date
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speeddate | speeddates |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de speeddate m
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
speeddaten |
speeddate
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speeddaten
- Ik speeddate.
- gebiedende wijs van speeddaten
- Speeddate!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speeddaten
- Speeddate je?
- aanvoegende wijs van speeddaten
Gangbaarheid
- Het woord speeddate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.