sociolinguïstiek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- so·cio·lin·gu·is·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van linguïstiek met het voorvoegsel socio-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sociolinguïstiek | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de sociolinguïstiek v
- (taalkunde) (wetenschap) tak van de linguïstiek die het verband tussen taal en sociale groepen bestudeerd
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord sociolinguïstiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.