snotaap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snotaap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• snot·aap

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  snot  en  aap 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	snotaap	snotapen
verkleinwoord	snotaapje	snotaapjes

Zelfstandig naamwoord

de snotaap m

1. (scheldwoord) (pejoratief) snotneus

Synoniemen

• bengel, blaag, rekel, vlegel, snotneus, rakker

Verwante begrippen

• straatbengel

Vertalingen

    1.   

Spaans: muchacho travieso (es) m, niño travieso (es) m

Gangbaarheid

• Het woord snotaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snotaap" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.