snoezig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snoezig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• snoe·zig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van snoes met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	snoezig	snoeziger	snoezigst
verbogen	snoezige	snoezigere	snoezigste
partitief	snoezigs	snoezigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

snoezig

1. schattig, enig, aaibaar

   • Iedereen wilde het snoezige katje aaien. 

Verwante begrippen

• bekoorlijk, betoverend, charmant, innemend, schattig, snoeperig, verleidelijk, verrukkelijk

Vertalingen

    1.   

Engels: charming (en), lovely (en)

Spaans: cautivador (es) , encantador (es)

Gangbaarheid

• Het woord snoezig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snoezig" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.