snaaks

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snaaks    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• snaaks

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van snaak met het achtervoegsel -s

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	snaaks	snaakser	snaakst
verbogen	snaakse	snaaksere	snaakste
partitief	snaaks	snaaksers	-

Bijvoeglijk naamwoord

snaaks

1. ondeugend grappig

Afgeleide begrippen

• snaaksheid

Vertalingen

    1.   

Engels: jocular (en), mischievous (en), playful (en)

Gangbaarheid

• Het woord snaaks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snaaks" herkend door:

59 %	van de Nederlanders;
42 %	van de Vlamingen.