slikkerig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slik·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | slikkerig | slikkeriger | slikkerigst |
verbogen | slikkerige | slikkerigere | slikkerigste |
partitief | slikkerigs | slikkerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
slikkerig
- lijkend op slijk of modder
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slikkerig" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be