sleutelbloem
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sleutelbloem (hulp, bestand)
- IPA: /'sløtəlblum/
Woordafbreking
- sleu·tel·bloem
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘primula’ voor het eerst aangetroffen in 1514 [1]
- samenstelling van sleutel zn en bloem zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleutelbloem | sleutelbloemen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) een geslacht Primula van meer dan 500 soorten laaggroeiende planten uit de sleutelbloemfamilie (Primulaceae ). Sommige soorten worden gekweekt vanwege hun decoratieve bloemen. overblijvende soorten bloeien in het voorjaar. De kleur van de bloemen varieert van paars, geel, rood en roze tot wit
- Ik speurde ook altijd naar slapende vlinders op de sleutelbloemen en vlinderstruiken, hun vleugels samengeknepen, verzwaard door dauwdruppels. [4]
- Het nieuwe stuk grond gaat deel uitmaken van de herstelwerkzaamheden van de Snoeijinksbeek waarmee Natuurmonumenten momenteel bezig is.De natuurorganisatie hoopt dat in het gebied de slanke sleutelbloem en de bosanemoon zich zullen vestigen. Ook de kamsalamander kan zich hier weer gaan settelen. [5]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- aurikel, dwergsleutelbloem, gulden sleutelbloem, kleverige sleutelbloem, slanke sleutelbloem, stengelloze sleutelbloem
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. zie primula
Gangbaarheid
- Het woord sleutelbloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sleutelbloem" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] sleutelbloem in het Nederlands Soortenregister N
- [1] sleutelbloem op Wikidata
Verwijzingen
- ↑ "sleutelbloem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sleutelbloem op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Vantoortelboom, JanMeester Mitraillette [2014] ISBN 978-90-254-4537-9 pagina 34
- ↑ Tubantia 26-mei-2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bloemplanten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 89 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %