schimmelziekte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schim·mel·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schimmelziekte | schimmelziektes schimmelziekten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de schimmelziekte v
- een aandoening die door een schimmel veroorzaakt wordt
- ▸ De banaan heeft het zwaar te verduren. Bananenbomen in Zuid-Amerika worden massaal bedreigd door een hardnekkige schimmelziekte. Maatregelen om de schimmel te bestrijden die het populaire ras Cavendish teistert, blijken niet effectief.[2]
- ▸ “Meer bomen en meer bos is natuurlijk altijd goed”, zegt Thijsen. “Nederland heeft een groot probleem door de essentaksterfte. Zeker 80 procent van de essen is ziek en gaat dood door een schimmelziekte, terwijl die bomen juist zo hard nodig zijn.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
- ziekten bij mensen: zwemmerseczeem, schimmelnagel, baardschurft, ringworm
- plantenziekten: iepziekte, iepenziekte, essentaksterfte, kroonrot, spikkel, aardappelziekte, meeldauw, roest, brand, moederkoren
Vertalingen
1. een aandoening die door een schimmel veroorzaakt wordt
Gangbaarheid
- Het woord schimmelziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Naz Taha“Verwoestende schimmel bedreigt de banaan: vijf vragen aan een bananenexpert” (16-08-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Vijf miljoen bomen erbij; hoe goed is dat?” (10 apr. 2019), De Telegraaf